Column Gerard Kemper: Regels en juristen

Column Gerard Kemper: Regels en juristen

Het lijkt wel of we in een juridische werkelijkheid leven op dit moment. In het verleden heeft de overheid wetten opgesteld om de ‘natuur’ te beschermen. Vooropgesteld: er is op zich natuurlijk niks mis mee om op een goede manier met de natuur om te gaan, alleen kan ik me niet voorstellen dat de bedenkers van deze wetten zich toen ze deze hebben opgesteld gerealiseerd hebben dat ze deze uitwerking zouden hebben.

De rechter heeft bepaald dat zelfs de kleinste hoeveelheid stikstof  volgens de wet al te veel is voor een kwetsbaar natuurgebied. We zien dat provincies en het rijk proberen alle veebedrijven rondom die kwetsbare natuurgebieden te laten beëindigen. De ondernemers die aan opkoopregelingen meedoen, krijgen zelfs een beroepsverbod opgelegd. Het gevolg is dat de weilanden die bij de veehouderijen hoorden steeds vaker worden gebruikt om hoog salderende gewassen op een intensieve gangbare manier te telen. De eerste berichten over een deken van gewasbeschermingsmiddelen die over de peel zou liggen, verschenen onlangs in de krant. Mijn inschatting is dat als je op deze manier doorgaat over een paar jaar een rechter zal bepalen dat net als met stikstof de kleinste hoeveelheid van deze middelen al te veel is voor deze kwetsbare gebieden.

Het zou veel beter zijn om het geld dat nu wordt uitgegeven aan beëindigingsregelingen in te zetten om het gebied op een zo natuurlijk mogelijke manier te beheren. Uiteraard zijn runderen het meest geschikt om dit te doen. Wanneer je dat op een biologische (regeneratieve) natuurlijke manier zou doen, is dat  voor dat gebied het best denkbare. Bovendien kan het op deze manier ook nog hoogwaardig voedsel (melk en vlees) opleveren voor menselijke consumptie en niet te vergeten hoogwaardig voedsel voor het bodemleven in de vorm van mest die dan weer gebruikt zou kunnen worden door de biologische akkerbouwers/groentetelers. Laten we er zo een natuurlijke werkelijkheid van maken.