Interview Patrick Geukemeijer, natuurbegrazer in Baexem

Interview Patrick Geukemeijer, natuurbegrazer in Baexem

Het begon ooit met twee lammetjes de fles geven als hobby. Inmiddels telt het bedrijf van Patrick Geukemeijer 500 schapen en zo’n 140 runderen die in Baexem en omgeving natuur beheren. Alle grond die gebruikt en beheerd wordt is net als de zoogkoeienhouderij volledig biologisch. De wens is om ook met de schapen helemaal om te schakelen naar biologisch.

“In feite doen we alles biologisch”, vertelt Patrick Geukemeijer van VOF De Voskop. “ Zo hebben we altijd gewerkt, dus geen gebruik van kunstmest, drijfmest en bestrijdingsmiddelen.” In 2020 is het bedrijf met de runderen overgestapt naar biologisch. “Met de schapen zijn we nog niet biologisch. In de winter is dat lastiger met de winterbegrazing. In de regio zijn er weinig melkveehouderijen. Enkele honderden hectares biologisch grasland om na te grazen vinden we hier nog niet.”

Melken intensief
De schapen en zoogdieren zorgen voor natuurbeheer in een straal van 30 kilometer rondom Baexem. Dat wordt gedaan voor onder andere Waterschap, gemeente, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten. “Ik ben al 20 jaar bezig met natuurbeheer, wat de hoofdtak is van het bedrijf. Daarnaast hebben we zelf een eigen natuurgebied ontwikkeld: ‘Mooi Bugggenum’. Hier hebben we 20 hectare landbouwgrond omgevormd tot natuur. Naast kruidenrijke graslanden zijn hier poelen, struwelen, bomen en een plukbos aangelegd. Door het gebied is een wandelpad waardoor het voor iedereen toegankelijk is om hier te kunnen genieten.”

Middel voor natuurbeheer
De combinatie van werken met dieren in de natuur spreekt de veehouder het meest aan. “Dat je dieren inzet voor beheer. Zij zijn het middel om de natuur te beheren, en niet andersom waarbij je voedsel zoekt voor de dieren. We leveren nu een bijdrage aan de natuur. Na een aantal jaren zie je de biodiversiteit toenemen.” Geukemeijer werkt met oud Nederlandse rassen zoals het Kempisch Heideschaap en het Brandrode rund. Ze zijn zeer geschikt zijn voor natuurbeheer. “Deze dieren kunnen juist met minder eiwit doen, hebben behoefte aan structuur en vreten ook houtige gewassen. Ze houden het landschap open en geven daarmee ruimte voor kruiden en brengen biodiversiteit.”

Niet veel extra’s
Inmiddels heeft De Voskop de schapen wat meer afgebouwd en zijn de runderen uitgebreid. “Dat is arbeidstechnisch makkelijker en lichter. We hebben gekozen voor biologisch. We hoeven er niet veel extra’s voor te doen. Het geeft nu meer voldoening om ons product op die manier af te zetten. Dat vinden we zelf belangrijk, maar ook consumenten kiezen bewust voor biologisch.”

Kringloop sluiten
De wens is om ook de schapen volledig biologisch te krijgen, zodat het bedrijf volledig biologisch is. “Daarnaast zou het mooi zijn als je dan de kringloop volledig binnen je bedrijf kan sluiten. Ook is een wens dat de alle dieren jaarrond kunnen buiten grazen. Dat is beter voor de dieren en minder input voor nodig. In onze situatie betekent dat vooral nog extensiveren en nog meer grond ter beschikking hebben. Dat is een hele moeilijke uitdaging in de huidige tijd”, merkt Geukemeijer.

Ondergeschoven kindje
Daarnaast mist hij de waardering van overheden voor biologische en natuurinclusieve landbouw. “Er zijn vaak veel mooie woorden maar weinig daden. Ik vind het nu een ondergeschoven kindje.” Hij merkt zelf dat overheden geen langdurige relaties willen aangaan. “Dat frustreert. Een stip aan de horizon zetten kunnen ze niet. Met name biologische landbouw en natuurinclusieve landbouw is iets van de langere adem. Dus geen contracten van een paar jaar. Ze moeten mogelijkheden geven dat je kunt investeren in de bodem of het landschap. Ik denk dat daar kansen blijven liggen. Niet alleen voor mij maar ook andere ondernemers.”

Als tip voor mensen die willen omschakelen geeft hij dat dit vooral uit intrinsieke motivatie moet zijn en niet om economische motieven. Daarnaast pleit hij voor een meer natuurinclusieve manier van boeren voor zowel gangbaar als biologisch. “Dus meer samenwerken met de natuur en rekening houden met de natuur. Het is een oneindig proces waar je instapt, dat je continu kunt verbeteren. Daar ben je nooit klaar mee. Het kunnen ook kleine stapjes zijn zoals nestkastjes ophangen, meer organische stof in de bodem of kruidenrijke landen. Neem vooral de stappen die bij je passen. Alles wat je doet telt mee. En ieder bedrijf, ook niet-biologisch en gangbaar, doet het op zijn eigen manier. Respect moet er wederzijds zijn. Alle vormen van landbouw zijn in dit land nodig om een voedselproductie te hebben.”