Nieuws | ‘Nieuwe biologische regels raken legsector hard’

Nieuws | ‘Nieuwe biologische regels raken legsector hard’

Alle biologische veebedrijven krijgen vanaf 2021 te maken met een aanscherping van de regels. Die vloeien voort uit vernieuwde Europese biologische wetgeving. Dit heeft vooral gevolgen voor de legpluimveesector. Er lopen nog onderhandelingen over de diverse uitvoeringsregelingen. De verwachting is dat de Europese Commissie in januari 2020 hierover een besluit neemt.

Een algemene tendens is dat het toepassingsgebied van de biologische verordening zich verbreedt. Diersoorten als konijn en hert kunnen bijvoorbeeld vanaf 2021 biologisch geproduceerd worden in de hele EU. Ook huiden, wol en kurk vallen dan onder de bescherming van de Europese verordening. Over de sectoren heen is sprake van meer harmonisatie van regels. Onderwerpen die landen nu nog zelf regelen, zijn vanaf 2021 op Europees niveau vastgelegd, zoals regels voor biologische opfokbedrijven.

Regionaal voer

Vanaf 2023 moeten rundvee-, schapen- en geitenhouders een groter aandeel voer uit eigen regio benutten. Het percentage stijgt van 60 naar 70 procent. Voor varkens en pluimvee stijgt het verplichte aandeel regionaal voer al in 2021 van 20 naar 30 procent.

Door intensief lobbywerk lukte het Bionext, de ketenorganisatie voor biologische landbouw en voeding, om een flink deel van de Brusselse voorstellen af te zwakken. Zo krijgen biologische leghennenhouders niet te maken met een maximumaantal dieren per stal; de voorgestelde 2 vierkante meter uitloop voor opfokhennen is teruggebracht naar 1 vierkante meter.

Er komt geen maximale afstand van de stal naar de uitloop. De maximale afstand van de stal tot de grens van de uitloop wordt 350 meter in plaats van de voorgestelde 150 meter. Twee aanscherpingen hebben voor legpluimveehouders grote gevolgen: een wachttermijn van minimaal 48 uur bij het gebruik van diergeneesmiddelen en antiparasitaire middelen en de oppervlakte van de wintergarten (overdekte uitloop) telt niet meer mee als staloppervlak bij het bepalen van de dieraantallen.

Bron: Nieuwe Oogst (16 november 2019)