Opinie | Norbert Huijts: ‘Internationaal bedrijfsleven houdt te weinig rekening met draagkracht aarde’

Opinie | Norbert Huijts: ‘Internationaal bedrijfsleven houdt te weinig rekening met draagkracht aarde’

Norbert Huijts stuurde het onderstaande opiniestuk in als reactie op het interview met hoogleraar Pim Martens dat op 17 december 2020 verscheen in Dagblad De Limburger.

Ik ben in 1970 als gangbare akkerbouwer begonnen. Door het onderkennen van de problemen met kunstmest en synthetische bestrijdingsmiddelen/gewasbeschermingsmiddelen ben ik toegegroeid naar de biologische landbouwmethode. In 2001 heb ik mij bij Skal aangemeld en was daardoor gecertificeerd om biologische producten te telen en te verkopen. In 2017 ben ik na 17 jaar biologische akkerbouw gestopt met mijn bedrijf en met pensioen.

Het overspringen van infecties van dier op mens en het niet kunnen genezen van infecties heeft te maken met het muteren van het coronavirus. Voor dit nieuwe virus was geen medicijn beschikbaar, waardoor het zo heftig om zich heen heeft kunnen grijpen en het een pandemie is geworden.

Dit is voor mij enorm herkenbaar uit mijn voormalig boerenwerk. Ik heb in mijn loopbaan veel schadelijke ziekten, insecten, (on)kruiden en andere organismen van de landbouwgewassen zien muteren, waardoor de bestrijdingsmiddelen niet meer hielpen. Door gewassen op grote percelen en veel dieren in een stal te plaatsen, kunnen gemuteerde organismen zoals virussen zich snel en massaal uitbreiden. Omdat de werkzame stoffen van medicijnen en bestrijdingsmiddelen dezelfde zijn, kunnen gemuteerde ziekten zich snel door de hele keten uitbreiden van planten en dieren naar mensen.

Door op akkerbouwgewassen gebruik te maken van bestrijdingsmiddelen, vaak al voorbehoedend, zijn schadelijke virussen, bacteriën, aaltjes, insecten en (on)kruiden vaak immuun voor bestrijdingsmiddelen waardoor telkens weer nieuwe, sterkere middelen ontwikkeld moeten worden. De natuur op en naast de akkerpercelen en dus ook de biodiversiteit verslechterde sterk. In mijn ogen was en is deze wedloop een vicieuze cirkel waar we op deze manier nooit uitkomen. Dus dit interview met hoogleraar Pim Martens was voor mij enorm herkenbaar.

Werkers in de landbouw, industrie en op andere plekken kunnen gaan werken aan een manier waarmee de natuur nauwelijks wordt aangetast. Naast de biologische landbouwmethode zijn er in de landbouw diverse technische mogelijkheden om zonder of met weinig gebruik van synthetische middelen als kunstmest en bestrijdingsmiddelen te werken om de biodiversiteit weer terug te krijgen in de bodem, op de akkers, weiden en in de lucht.

Door onder andere satellietbesturing kun je smallere percelen maken, waardoor nuttige insecten gemakkelijker andere schadelijke insecten kunnen bestrijden. Ook andere ziekten en plagen zoals virussen, bacteriën en insecten krijgen zo veel minder kans om gewassen aan te tasten. Je kunt dan zes of meer gewassen op stroken naast elkaar zaaien of planten op een groot perceel en deze jaarlijks wisselen, dat geeft dan ook een afwisselender landschap.

Het internationale bedrijfsleven, zoals Armand Leenaers het noemt in zijn column op 17 december, is niet geïnteresseerd in oplossingen die biologisch voor handen liggen. Deze biologische systemen brengen geen geld op voor de aandeelhouders van de grote internationale chemische industrie en de grote voedselconcerns. De vele lobbyisten van deze concerns die op Europees en nationaal niveau actief zijn, zijn in het voordeel ten opzichte van de enkele biologische lobbyisten.

Bedrijvigheid van internationale bedrijfsleven draait alleen om efficiëntie, rendement en schaalvergroting. Zij houden daarbij geen of te weinig rekening met de draagkracht van de aarde.
Ik sta achter de protesten van de boeren bij de grote supermarkten, omdat de prijs die boeren voor hun producten krijgen te laag is. Daarnaast is de prijs van gangbare producten ten opzichte van de biologische producten veel te laag omdat een aantal kosten van de gangbare landbouw maatschappelijk betaald worden, zoals:

  • De kosten die waterleidingsbedrijven moeten maken om schoon drinkwater te leveren;
  • De energie die nodig is om kunstmest en bestrijdingsmiddelen te produceren.

Dit vraagt gigantisch veel energie met als gevolg een grote CO2-productie met daardoor een grote bijdrage aan de klimaatcrisis.

Aan de ene kant maak ik me enorm veel zorgen, aan de andere kant ben ik ook optimistisch, omdat er de laatste tijd veel artikelen geschreven zijn over de verandering die moet plaatsvinden. Veel biologische collega’s en ik hebben bewezen dat het praktisch en financieel haalbaar is om biologisch voedsel te produceren, alleen zal de omschakeling niet in enkele jaren plaats kunnen vinden. Ook een aantal gangbare boeren heeft reeds flinke stappen in de goede richting gezet.

Er zal nog heel veel moeten veranderen in de landbouw, industrie en het bedrijfsleven om de biodiversiteit in de wereld terug te krijgen. Ook maatschappelijk zal verandering nodig zijn; de consument zal zich bewust moeten worden dat hetgeen hij in de winkel koopt, op dezelfde manier geproduceerd zal worden. Zijn keus is dan duurzaam of niet duurzaam.

Norbert Huijts,
Voormalig bio-akkerbouwer uit Voerendaal 

Bron: Biojournaal (25 januari 2021)