Melkveehouder Marcel Roozen: ‘Omschakeling naar biologisch goede keus’

Melkveehouder Marcel Roozen: ‘Omschakeling naar biologisch goede keus’

Marcel Roozen kreeg in 2018 het advies om vanwege gezondheidsredenen te kiezen voor een minder intensief bedrijf. Hij schakelde daarom over op biologische veehouderij. ‘Die keus heb ik in eerste instantie puur economisch gemaakt’, zegt hij. Maar hij is ervan overtuigd dat hij goed gekozen heeft: ‘Ja, zonder twijfel.’

De melkveehouder in het Brabantse Diessen kreeg het advies omdat hij hartproblemen had. Een adviseur opperde het idee om te kiezen voor biologische landbouw. Vanwege de hogere melkprijs zou het dan mogelijk zijn om met minder koeien toch een inkomen te verdienen. Datzelfde jaar besloot hij de stap te zetten.

Het traject van omschakeling begon 1 april 2019. Dat gaf veranderingen op bijna alle onderdelen van de bedrijfsvoering. Roozen selecteerde de koeien die hij wilde houden. Die kregen vanaf 1 april 2020 alleen nog biologisch voer. Een half jaar daarna mocht hij zijn melk als biologisch verkopen en weer een half jaar later kreeg ook het vlees van de slachtkoeien de status biologisch.

Schaarste aan voer

Het was wel een uitdaging om genoeg biologisch voer van goede kwaliteit te oogsten of om bij te kopen. ‘Het grootste probleem waar ik tegenop liep, was de schaarste aan voer’, zegt hij. ‘Als je gangbaar bent, weet je altijd wel boeren die je kunt bellen of ze nog mais te koop hebben. Dat is niet zo voor bioboeren, want die zitten heel verspreid en dat geeft hoge kosten. Bovendien was de kwaliteit van het biologisch voer dat te koop was matig.’ Daar kwam bij dat er weinig biologisch voer te koop was na het kurkdroge jaar 2019, en een bijna even zo droog 2020.

Om zelf meer voer te telen, zocht Roozen in zijn omgeving naar percelen. ‘Je hebt voldoende grond nodig om een slecht jaar op te vangen’, zegt hij. De veehouder huurde land via het Groen Ontwikkelfonds Brabant (GOB) van de provincie en van het waterschap. Maar dat was grond met een natuurbestemming. Het kwaliteit van het gras van de grond van het GOB was matig. De grond van het waterschap had hij zelf ingezaaid. Er mocht geen mest op, maar de grasopbrengst was ‘perfect’. Roozen: ‘Het was grasklaver; dat wilde wel groeien, mede door de nalevering.’ Hij had al ervaring met grasklaver. Sinds de omschakeling zaait hij ook kruidenrijke mengsels, met bijvoorbeeld cichorei en weegbree.

Ruimhartiger verwacht

De veehouder had verwacht dat de provincie via het GOB ruimhartiger zou zijn voor boeren die omschakelen. Er geldt een hoge erfpachtprijs, die bovendien jaarlijks wordt aangepast aan de inflatie. ‘Dat is geen stimuleren’, moppert Roozen. ‘De provincie zou boeren die omschakelen juist moeten overhalen. Dat doe je niet met hoge pachtprijzen en ook niet met marginale gronden waar je niet mag bemesten en waar je Jacobskruiskruid, distels en ridderzuring mag opladen. Je hebt ook goede kwaliteit voer nodig, met voldoende Voeder Eenheid Melk (VEM). Anders wordt het moeilijk.’

Onkruidbestrijding

Graslandbeheer zonder chemische gewasbescherming was voor Roozen niet zo’n grote stap. ‘In grasland gebruikte ik al heel weinig chemie, alleen tegen zuring en paardenbloemen en bij graslandvernieuwing als dat nodig was. Je moet wel meer doen om de mais goed schoon te houden.’ Daarom kocht hij een schoffel en huurt hij een eg die hij gebruikt om onkruid aan te pakken. Bovendien rouleert hij de mais, zodat hij met een intensieve grondbewerking het onkruid ‘flink kan plagen’. Mechanische onkruidbestrijding in mais is in droge jaren makkelijker dan in vochtige jaren, zoals 2021. ‘De regen maakte het vorig jaar lastig. Het kan wel, maar alles moet wel een beetje meezitten.’ Roozen is niet alleen biologisch, maar hij streeft ook naar een natuurinclusief bedrijf. Hij kreeg daarbij begeleiding van ZLTO-adviseur Gerard Willems.

Invloed op kostprijs

De omschakeling naar biologisch heeft op diverse manieren invloed op de kostprijs, legt de Diessense veehouder uit. De kosten liggen hoger als gevolg van een lagere melkproductie, een kleinere ruwvoeropbrengst en duurder krachtvoer. Vooral het biologische melkpoeder is véél duurder. Ook zaaizaad is duurder en de kosten voor de certificering zijn extra. Anderzijds leveren biologische melk en biologisch slachtvee meer op, en er zijn geen kosten voor mestafzet, omdat biologische mest schaars is. Ook het netwerk veranderde door de omschakeling. Om meer thuis te raken in de biologische sector en te leren van collega’s werd Roozen lid van twee studiegroepen. ‘Een goede manier om van elkaar te leren’, zegt hij. ‘Ik kom er iedere keer blij en met energie van thuis.’ De Diessenaar is ook heel positief over de melkafnemer EkoHolland. ‘Dat is een warme boerenclub, waar je als individuele boer nog gezien wordt.’

Goede keus

Roozen is blij dat hij is omgeschakeld. ‘Ja, voor mij is een goede keus geweest. Ik krijg er ook steeds meer energie van dat het gewoon lukt.’ Hij heeft nog wel tips voor collega’s die willen omschakelen. ‘Zoek een goede adviseur en neem contact op met Skal voor een intakegesprek.’ Roozen adviseert ook om te kiezen voor veiligheid: ‘Houd je eigen dierenarts, ga niet lopen shoppen voor krachtvoer en zaaizaad, maar werk met betrouwbare bedrijven om zo goed overzicht te houden, onder andere op de verplichte administratie voor Skal.’ Hij adviseert ook om veel aandacht te besteden aan het regelen van de melkafzet. Tot slot pleit hij voor meer aandacht voor biologisch in het agrarisch onderwijs. ‘Als de overheid meer biologisch wil, dan moet je de jeugd hebben.’