Nieuws | ‘Jonge boer gebaat bij duurzaamheid’

Nieuws | ‘Jonge boer gebaat bij duurzaamheid’

Het was hectisch in 2019 voor jonge boeren. Samen met hun oudere vakgenoten voerden ze stevig actie voor een betere toekomst. Met name jonge agrariërs krijgen veel op hun bord. Van ingewikkelde bedrijfsoverdracht en regelgeving tot het verwijt radicaal en klimaatontkennend te zijn.

Het beeld van radicale boerenjongeren verdient een nuancering, stelt voorzitter Andre Arfman van het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK). Hoewel uit sommige onderzoeken rond de jaarwisseling – zoals de Staat van de Boer van dagblad Trouw – naar voren kwam dat jonge boeren ‘geradicaliseerd’ en tegen verduurzaming zouden zijn, is dat te kort door de bocht, vindt hij.

NAJK hield in december samen met KRO-NCRV een opinieonderzoek over de toekomstvisie van de jonge boer. De uitkomsten hiervan staan soms haaks op wat eerder breed de media haalde. Zo geeft 73 procent van de jonge boeren aan dat ze actief zijn om hun bedrijf duurzamer te maken met het oog op de toekomst. Een nog groter aantal van 78 procent wil stappen zetten richting kringlooplandbouw of is daar al mee bezig.

De respons en de betrokkenheid van jonge agrariërs was fors. Ruim duizend agrariërs vulden de enquête in en meer dan achthonderd stuurden hun persoonlijke verhaal mee. De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 27 jaar.

Een 35-jarige kalverhouder uit Gelderland schrijft: ‘Het besef duurzaam te moeten werken is groot, we willen en doen het volop en zijn daarmee het schoolvoorbeeld voor de industrie. Waardering voor wat hierin gebeurt, moet vooropgaan.’ 79 procent van de jonge boeren geeft aan te ervaren dat ze te weinig waardering te krijgen.

De boeren voelen zich zeer betrokken bij de leefbaarheid van het platteland, blijkt uit het onderzoek. Maar liefst 98 procent denkt dat ze daarbij onmisbaar zijn. Toch geeft ruim de helft van de jonge agrariërs aan dat ze wel getwijfeld hebben of ze boer wilden worden. De belangrijkste reden is de grote hoeveelheid wet- en regelgeving die regelmatig verandert en soms tegenstrijdig is. Ook het inkomensperspectief speelt een grote rol.

Niet-groeiers

Jonge boeren die bewust andere keuzes maken dan groeien, groeien, groeien, hebben het erg moeilijk dat voor elkaar te krijgen. ‘Betrek die groep ook bij sectorontwikkelingen. Zo krijg je goed in beeld dat wat de overheid en maatschappij wil, ontzettend ingewikkeld ligt’, schrijft een 36-jarige melkveehouder uit Utrecht.

Dat de huidige stikstofcrisis tot grote bezorgdheid leidt, blijkt wel uit het feit dat bijna 60 procent van de respondenten zich zorgen maakt over de toekomst en bijna 80 procent actief betrokken is bij de acties. Opmerkelijk is dat zoveel jonge boeren werken aan een duurzamer bedrijf, terwijl een op de drie aangeeft het niet noodzakelijk te vinden dat de landbouw duurzamer wordt.

Volgens de NAJK-voorzitter is de reactie op deze stelling goed te verklaren. ‘Jonge boeren hebben de intentie om over dertig jaar nog te boeren. Het maken van duurzame keuzes is voor hen daarom een vanzelfsprekendheid. Duurzaamheid is ook voor ieder bedrijf anders. Jonge boeren zitten niet te wachten op verstikkende wet- en regelgeving die ze een hoek in duwt die niet past bij hun bedrijf.’

Radicaal

2019 was een bewogen en hectisch jaar voor de land- en tuinbouw, zag Arfman. Dat verklaart wellicht ook waarom jonge boeren naarmate de protesten toenamen, als radicaler te boek kwamen te staan. Het begon met het klimaatdossier en daarna volgde de stikstofimpasse met alles wat daaromheen ontstond. ‘Het gaf een nieuwe dynamiek en dimensie aan het geheel.’ Het grootste deel van de jonge boeren en tuinders steunt de protesten. ‘Die betrokkenheid is prachtig. Maar als NAJK hebben we wel wat moeite met het stempel radicaal.’

Maar het waren toch wel vaak jongeren die Nederland vooraan zag staan in de trekker? ‘Tuurlijk. Zij voelen de meeste pijn, want zij hebben nog een lange toekomst voor zich waarin ze graag verder willen in de sector.’

De land- en tuinbouw is ‘in de basis’ gewoon ook een mooie sector, vindt Arfman. ‘Boeren en tuinders hebben daarin investeringen gedaan of willen hun plannen verwezenlijken. Jonge boeren zien dit op verschillende manieren moeilijk worden. Plotsklaps een andere richting in slaan, kan zo maar niet. Daar zit de meeste pijn en woede.’

Jongeren lopen immers het grootste risico op de lange termijn. ‘Die acties gaan niet om een paar procent meer loon en ook niet om meer vakantiedagen. Het gaat heel nadrukkelijk om het bestaansrecht van de bedrijven. Is er nog wel een toekomst voor mij als boer of tuinder?’

De NAJK wil in dit debat graag samen met andere organisaties en de politiek het voortouw nemen. ‘Dat jonge boeren zich verbinden en de samenwerking zoeken is gezond.’ Informeer jezelf goed over de feiten en cijfers, benadrukt Arfman. ‘Onwetendheid is niet goed. Dus doen wij veel aan voorlichting zodat we met elkaar het eerlijke verhaal richting de toekomst delen.’

Bron: Nieuwe Oogst (13 januari 2020)