Nieuws | ‘Samen optrekken als Biohuis en LTO’

Nieuws | ‘Samen optrekken als Biohuis en LTO’

LTO Nederland en Bionext trekken samen op om elkaar op het gebied van biologische land- en tuinbouw te versterken en de belangen van biologische ondernemers te kunnen behartigen. BioLogisch Limburg wil binnenkort met beide partijen om tafel om te kijken wat de vereniging aan deze samenwerking kan bijdragen.

Binnen LTO Nederland behartigt de vakgroep Biologische Land- en Tuinbouw de specifieke belangen van biologische boeren en tuinders. In de praktijk wordt dit gedaan door de vereniging Biohuis. Circa de helft van alle tweeduizend biologische ondernemers is aangesloten bij deze landelijke vereniging. ‘Eigenlijk is Biohuis een vereniging van verenigingen’, vertelt voorzitter IJsbrand Snoeij. ‘Bijvoorbeeld de Biologische pluimveehoudersvereniging met zo’n 140 leden. En de vereniging Natuurweide, waar de biologische melkveehouders in zijn verenigd.’

Bijzonder aan Biohuis is dat een deel van de leden lid is van LTO en een deel niet. ‘We moeten de krachten van de LTO-leden en niet-leden bundelen in het Biohuis’, zegt Snoeij. ‘Anders ben je als biologische sector te klein om gehoord te worden en wordt het behartigen van belangen heel lastig.’ Snoeij is tevens voorzitter van de LTO-vakgroep Biologische Land- en Tuinbouw. Vanuit deze functie is hij lid van het landelijke LTO-overleg, waarin alle vakgroepsvoorzitters een aantal keer per jaar bij elkaar komen.

Afhankelijk van het onderwerp trekt Biohuis in de belangenbehartiging samen op met LTO Nederland. Bijvoorbeeld tijdens de Fipronil-crisis. In de biologische akkerbouw sloten Bionext, Biohuis en de hele keten een aardappelconvenant tussen telers, vermeerderaars en winkelketens. Dit convenant richt zich op het verder verduurzamen van de biologische aardappelteelt door vanaf 2020 alleen nog aardappelrassen te telen en te verhandelen met phytophthoraresistentie.

Maar de neuzen staan niet altijd dezelfde kant op. ‘Een lastig onderwerp is bijvoorbeeld gentech, de discussie over genetisch gemodificeerde gewassen’, zegt Miriam van Bree, manager van Bionext, de ketenorganisatie die de biologische keten van boer tot consument verbindt. ‘LTO pleit allereerst voor de toelating van genetisch gemodificeerde gewassen en wil daarnaast keuzevrijheid voor de boer als het gaat om gmo-gewassen. Biohuis stelt de keuzevrijheid voorop en wil het risico uitsluiten dat deze gewassen onbedoeld kruisen met de biologische gewassen, die gmo-vrij moeten zijn. Wij zeggen dan tegen LTO: let op, dit is ons standpunt, je hebt wel twee stromen binnen je achterban.’

In de gemeenten en provincies is LTO de belangenbehartiger die voor alle sectoren opkomt, dus ook voor de biologische. Dat geldt ook voor onderwerpen als klimaat, biodiversiteit, fosfaat en stikstof. ‘Waar je samen krachtiger kunt zijn, daar trekken we op met LTO’, aldus Van Bree. ‘Bij technische onderwerpen, zoals een plan over ruimtelijke ordening, heb je elkaar hard nodig. Het is dan fijn om hier met een beleidsadviseur van LTO over te sparren. En om de LTO-adviseur erop te wijzen dat de specifieke biologische thema’s in het voorstel moeten worden behouden.’

Bron: LTO Noord